Opstandige liederen, Derde deel der Liederen

Titel
Opstandige liederen, Derde deel der Liederen

Jaar
1919

Pagina's
49



OPTOCHT

Wanneer ik tusschen uwe drommen ga,

Proletariaat, armoedig, langs de keien Der kleurenprachtige, grijze grachten-stad,

Waarlangs geboomt’ zijn kandelaars opheft, —

Als een beveiligde voel ik mij tusschen u.

Gij gaat als opgeheven droomen naast mij om;

Ieder der uwen is een droom van mij,

Een droomer uit mijn binnenst’ uitgestegen,

Tot wien ik opzie vol verwondering;

Ieder der uwen is een gaande vlam;

Te zamen zijt gij als een laaiend vuur.

Ieder der uwen is het algeheel.

En ik, een niet verbrande in dit bosch

Van gaande vlammen, — vlammend ga ik om,

En voor mijn oogen wordt mijn kleuren-stad Onwezenlijk, haar huizen wankel en haar hemel laag. De vormers van de schoonheid hebben mij gevangen; — De droomers, die daar vlammend naast mij stappen Met hun zon-oogen en hun wereld-knuisten,

En hemel-hersens op hun vurend lijf,

i3

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.