Van God en van de natuur

Titel
Van God en van de natuur

Jaar
1921

Pagina's
80



LVI

De roeper door de wereld, kleine mensch Wandelt langs de grassen en de struiken,

Zijn oog is overal, het is de fijne lens,

Het glinsterend kanaal waarin de dingen duiken*

Hij weegt ze met zijn oor, en op zijn tong Proeft hij de fijne cellen hunner geuren,

Van wat in diepten en in hoogten zong Verneemt hij het inwendige gebeuren.

Hij neemt ze in zich op, hij wordt hun taal, Profeet wordt hij, hun aller toekomst zingende, De hooge stem van glinsterend metaal,

De hemelen en aard bedwingende.

88

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.