Van God en van de natuur

Titel
Van God en van de natuur

Jaar
1921

Pagina's
80



LI

Moet ik vernietigd zijn, voordat gij ziet Mij mijn gestalte bevende verheffen,

Moet ik den beker van mijn lijden heffen En stamelen, ootmoedige, mijn lied ?

Ik raap mij uit mij op, en mijn gebied Zal uw oneindigheden overtreffen.

Gij kunt u aan uzelve niet ontheffen,

Ik leef, ik lijd, ik adem en gij niet.

En aan de duizenden, als ik ontkomen Binnen het eeuwig zwevende heelal,

Aan het bevruchtend snellen der atomen,

Wordt nu het dwangbeeld van een God ontnomen, En tot een Godheid zelve, de Vasal,

Blinkende schrijdt hij langs der aarde zoomen.

79

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.