Van God en van de natuur

Titel
Van God en van de natuur

Jaar
1921

Pagina's
80



II

De boomen staan nadenkend in den avond, Ergens in mijn hart heft zich iets op En wil wegwijken uit mij, van mij weg, Zichtbaar te worden bij het late licht.

Het zal niet schooner zijn wat uit mij groeit,

Dan gindsche boom, die zijn zeer fijne kruin Zonder luidruchtigheid heeft uitgespreid,

Een zelfbewuste in het late licht.

Ik ben vervuld van weemoed, want mijn dag Neigt naar den avond, — wat ik denk Verheft zich vruchtloos naar den donkren einder En zal den nieuwen morgen niet bereiken.

M


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.