Van God en van de natuur

Titel
Van God en van de natuur

Jaar
1921

Pagina's
80



XXXVII

Alle belijdenissen ooit beleden,

En alle belijdenissen, die er zijn,

Zij zijn slechts schamele afbeelding van Wat niet te beelden is. de atmosfeer, —

De atmosfeer neemt allerlei gestalten aan, Want zij is God — de atmosfeer, in haar Gaan wij ten onder, in haar staan wij op, Want zij is God —* Zij is de scheppende,

De onaanrandbare, gestaltelooze,

Want zij is God — de vruchteloos door ons Tot beeld begeerde Ruimte, zij is God: — Maar zalig is het, haar te voelen om U heen altijd, om uwe oogen, hoofd,

En mond en uwe beeldend sterke hand,

Niets kan zij doen, uw aarzelende hand,

Dan altijd God te schrijven, die niets is Dan klank en vormen, makend groote Ruimte.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.