Van God en van de natuur

Titel
Van God en van de natuur

Jaar
1921

Pagina's
80



XXXII

De lucht alom is God, ik adem hem,

Ik leef in hem, ik hoor zijn gaande stem,

Ik zie hem opstaan in het lage gras,

Ik hoor hem ritselen langs wei en plas,

Hij legt zich in de varens en het wier,

Hij kijkt uit oogen van het simpel dier,

Hij neemt gestalten van de boomen aan,

Hij is uit sterren tot mij ingegaan,

Ik heb de klank, de kleur, de lijn herkend Van zijn gestalten aan het firmament;

Het zijn zijn afbeeldsels, zijn lichaam staat Om mij, in schemer nacht en dageraad,

Ik ben geheel in hem gemaakt, hij is Het ochtendkomen en de duisternis,

Het blad, de zee, het dier, de heuvelkom,

Hij is der bergen stoet, het sterrendom,

Hij is der aarde bloed, de hemelmelk,

De paars geslepen nacht, de zonnekelk,

Hij is een stervend woud, het rottend loof,

Hij is het speurend dier, glijdend naar roof,

Hij is de Groote onaanrandbaarheid Van 't Leven, dat elk wezen maakt bereid Te gaan geboorte in, te gaan ten dood,

Hij is het, die ten overgang gebood

Den mensch, te worden tot een vormloos ding,

Hij is de eeuwige verandering ;

Ik ben uit hem gestegen en ik keer,

Als een verbrande in zijn adem weer,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.