Van God en van de natuur

Titel
Van God en van de natuur

Jaar
1921

Pagina's
80



XVII

Zijt gij reeds naakt genoeg, om kameraad Te noemen ieder, die als gij op aarde Zich verheft, — een spraakbegenadigde, Geboren uit de stoffen van het AL

Gij staat afzijds elkaar, gij hebt u steeds Omringd met eigendunk, van iets te zijn Bizonderlijks, verkoren, en vol schoons,

En niemand, dacht gij, waart gij cijnse plichtig,

En groeidet op in tal, een vuns geslacht Van woekerplanten, wanend zich een bosch Luidpralende in het namiddaglicht

Kome de herfst die U vellen zak

3

33

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.