Van God en van de natuur

Titel
Van God en van de natuur

Jaar
1921

Pagina's
80



VI

Wanneer wij zullen naakt zijn als de zee,

Het blad, de boom, de ster, de maan, het licht, En als de nacht zoo diep en ruim en echt En als de atmosfeer oneindig; —

Wanneer wij hebben weggestuurd, wat ons Weerhoudt te zijn zoo open als de ruimte, Wanneer wij, woorde-vollen, zullen zijn Zooals het woordelooze naakt en echt, -—

Dan zullen wij de adem van den nacht,

Het spreken van de sterren om de maan,

De teekens die de boomen schrijven, weten, En worden in het woordelooze ruim Uitzeggers van een wonderzacht bevel.

18

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.