Van God en van de natuur

Titel
Van God en van de natuur

Jaar
1921

Pagina's
80



V

Zich schenkend staan de boomen, de bejaarde, De eeuwige, de edelen der aarde,

En geven, geven; schaduw is hun goed En licht en ooft en kleurenovervloed.

In hunne armen wiegden zij de vroege Menschheid en hun sterke takken sloegen Zij te zaam, ze kruisende tot baar,

Waarin hij weggevleid lag voor gevaar.

En uit den diepen bodem en de luchten Trokken zij adem en de zoete vruchten En laafden hem, wegschenkende het loon Van hunnen arbeid aan des menschenzoon.

Een woonplaats voor het onrustige dier. Verheugenis der zingende rivier,

Het altijd bloeiend wonder onzer aarde,

Zoo staan zij, de door zon en maan verklaarde.

2

17

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.