Nieuwe Liederen der gemeenschap

Titel
Nieuwe Liederen der gemeenschap

Jaar
1920

Pagina's
73



IV.

Een is er die de hoogste liefde had,

Waarmee natuur haar kinderen begnadigd, Zij moet gelachen hebben, toen zij zag Dien man van aandacht, kijken in haar oogen, Zij had hem van het allerfijnste stof Des Orions, en van haar donker erts Gemaakt, en van des melkwegs wit gespinst; Om hem het eeuwige geruisch der zee Goot zij, en ook de stilte der woestijnen,

Zijn huid was van het fijne vlies der lucht Gelooid, der gele huid van ochtendwolken, Zijn hersens straalden in de energie,

Die uitstroomt gistend door het blauwe ruim, <— Van de verschijnselen een samenspel — Een zuil van aandacht stond zijn lijf voor haar, Dat niets begeerde, dan voor altijd zijn,

Een blijde overgave in haar wil,

Zijn oog was als een lichtend stralend net, Dat hij uitwerpen kon, Waarin hij ving Het vlugge schijnsel dat in d’aether spartelt; Maar ook had zij, natuur, in hem gebracht, Haar donkre diepte, neder naar den oergrond, Waar op den bodem stille wording peinst;

O de gezaligde, wanneer hij boog Het donker ingewijde ruischend hoofd, Waarin de purpre nacht had zijn geheim

15

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.