Van de nieuwe gemeenschap der Menschen

Titel
Van de nieuwe gemeenschap der Menschen

Jaar
1924

Overig
Een gedicht

Pagina's
85



Het teeken van gemeenschap, Communisme,

Ik wil dat in de hoofden jubileer,

Zooals doorheen mijn koepelende Ruim Het klinkend spel der samenhoorigheid,

Ik wil dat uit der harten sterken klop,

Ontsta het machtige en woest geweld, Aankondiging van een nieuw morgenlicht;

Ik wil dat uit hun hand opsta de Daad,

De winter, die de rotte dingen doodt;

Ik wil dat in de huizen van hun lijf,

Zooals in mijn spelonken en nachtholen,

De donder rille van Gemeenschapswoord,

Ik wil een nieuwe menschheid zien op aard,

Ik lust dit oud geslacht niet meer, ik wil Een nieuw geslacht, ik wil den laffen mensch Die in zijn kerken neerligt uit te boeten,

Hetgeen hij in de stilten wil misdoen,

Verdoen, en in den afgrond schuiven Van de vergetelheid, ik wil zijn woord Niet meer, gebaar niet meer, hij smaakt mij niet, Ik lust zijn adem niet, zijn poëzie,

Geheel zijn wezen is mij als een stank,

Gestegen uit een kokend bruine belt,

Hij is niets dan zichzelf, hij heeft zich lief,

Dit wezen kruipende, hij stijge op En doope zich in lichtend communisme,

De Daad, die de-in-zich rotte dingen doodt*

72

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.