Van de nieuwe gemeenschap der Menschen

Titel
Van de nieuwe gemeenschap der Menschen

Jaar
1924

Overig
Een gedicht

Pagina's
85



En goot mijn adem door uw jagend bloed»

Ik gaf u stilte, en de klank der zee,

De aarzeling der schemerende kleuren,

En de opstandigheid mijner orkaan;

Nu moet gij u formeeren, tot ik zeg,

In dezen mensch vind ik een welbehagen;

Hij heeft mij blinde aan mijzelf ontdekt,

Hij gaf mijn bergen de beteekenis,

Hij heeft de zee geleid en toegewezen,

En nam de sterren van mijn hemel af,

En zeide wat zij zijn; Hij liet mij zien De ongebondenheid die ik besta,

Wanneer ik opga door het Ruim, een stier, Mijzelf noch een der vele schepselen achtend, Daar alle sperma van het creatuur,

Uit mijn gezwollen lenden neemt zijn schot, En ik herscheppen moet wat ik verniel;

Hij maakte mij de blinde oogen ziende In 't helder lichtend woord, waarin ik sta Mijzelve en mijn schepping tegenover, Saamhoorigheid van alle creatuur;

En ik de scheppende, ik de Titane,

Wil mij nedervleien tot zijn hand,

Wanneer ik zien zal hoe hij Allen dient,

En heengaat van zich uit, om niets te zijn, Dan deze naakte, dien ik hem uithief,

Dan deze niets bezittende, die niets Dan heel het bevend Al in zich bevat,

En zich weggeeft, omdat hij niets wil zijn,

61

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.