Van de nieuwe gemeenschap der Menschen

Titel
Van de nieuwe gemeenschap der Menschen

Jaar
1924

Overig
Een gedicht

Pagina's
85



In vromen, ongeloovigen, en echten,

In Koningen, in heeren, en in knechten.

Zie ook in uwe vooze maatschappij,

Wanneer zij zit, aandachtig tot muziek,

Die een der door haar diep verdoemden heeft Gemaakt in zijne zelfvergetelheid;

Dan stijgt er in de hooge zaal een klank,

Een vlam slaat op, een eenzame gaat om,

En weent zijn vreugden, en hij zingt zijn smart, En zegt zijn wezen uit, hij eenzame,

Hij reeds gestorvene, nu weergekeerd;

En op zijn dood gelaat draagt hij een lach, Dien neemt hij in zijn handen, en een boog Van licht, spant hij, de reeds gestorvene,

Van dezen gouden lach, een regenboog, Waarin te beven staat, al wat er zong En beefde in zijn smartgedrenkte ziel,

En boven deze nevelende brug,

Maakt hij den hemel open in den nacht,

En uit de gouden sterren valt een klank,

Alsof er werd met glazen aangestooten,

En wijn vliet af, purpren en rooden wijn,

Bij het gerucht van wankele kometen En werelden bedronken, jagend voort Elkaar voorbij, met klamp, en stap en dreun, Uit het veelkantig schuddebollend lijf;

Tot plotseling hooguit daar breekt een kreet, En lach schalt uit, want een der sterren wijst

56

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.