Van de nieuwe gemeenschap der Menschen

Titel
Van de nieuwe gemeenschap der Menschen

Jaar
1924

Overig
Een gedicht

Pagina's
85



Ik ben een Blinde, een Aanrakende,

Ik tast de dingen in de Ruimte aan,

Van uit hun diepe en persoonlijk zijn,

Tot zij opbloeien naar saamhoorigheid.

En ook naar U tast ik, U zeggende,

Zing mij uw zien, ik blinde gaf U licht.

Ik tastende, schonk U de zekerheid,

Gij draagt mijn woord in U, mijn diep verstand Kijkt uit de oogen van uw denkend hoofd De Ruimte in, en 't is uw mond die geeft De houding aan het argelooze dier,

De kleur der velden, en de klank der Zee;

O zing mij wie ik ben, hoe zie ik uit Wanneer mijn ochtend straalt over de bergen, Of langs de grijze aarde dwaalt de nacht, Vertaal de Zee, haar diep geluid grijpt naar De samenhoorigheid, vertaal de wind,

Hij wil saamhoorigheid, vertaal de plant Zij wil saamhoorigheid, zij wil het licht;

Ik tastende, ik wil saamhoorigheid Saamhoorigheid met U o mensch Natuur en mensch ineen, en samenhoorig, Natuur en mensch, te zamen zijn wij god.

Wat is het, god te zijn, dus vroeg ik Haar,

Zelf niets zijn, dan alleen het wordend Al

53

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.