Van de nieuwe gemeenschap der Menschen

Titel
Van de nieuwe gemeenschap der Menschen

Jaar
1924

Overig
Een gedicht

Pagina's
85



Doorheen het dak der Eeuwen, naar het licht,

Te werpen van zich af een goor verleden*

En maken met elkaar het nieuw gericht,

Nieuwe verhoudingen en lichtend Heden*

De loongod weg, de slavernij heeft af,

Het blinkend goud waarop de menschheid staarde* Het vindt geen inhoud meer, het vod, dat laf En voos, den mensch gemaakt heeft op de aarde*

En ruim de hoofden, en de harten wijd,

En lichtende het denken en de oogen,

En zingende de menschen, en bereid Elkaar te dienen met hun alvermogen*

Is dit aan u geschied, gij oude knecht,

Gij van een geest gebogen en gekrompen,

Met oogen aarzelende en onecht;

Van waar dat licht, dat uit u komt geblonken*

Hebt gij U opgestoken naar den dag,

Is Communisme in uw ziel gevallen,

Zijt gij nu blinkende, wijl gij gezag

En d' ouden loonheer wegwierpt, Gij vasallen ?

Ziet op, gij kwaamt in menschgewijden staat,

In de saamhoorigheid van alle dingen,

Gij zijt geklommen in den dageraad,

Gij toeft waar hemelen en aarde zingen*

51

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.