Van de nieuwe gemeenschap der Menschen

Titel
Van de nieuwe gemeenschap der Menschen

Jaar
1924

Overig
Een gedicht

Pagina's
85



En is zij liefde, deze zekerheid Van U te weten in één werkelijkheid,

Met al wat wiegt in op en nederval Met al wat leven wil, en sterven zal.

Er is geen Liefde, — in U, noch in mij,

De zegger der saamhoorigheid zijt gij,

Wijl gij het worden ziet, en het vergaan,

Is samenhoorigheid in U ontstaan.

Gij hoort den vogel roepen door het Al,

Gij ziet zijn vleugelzwaai, gij voelt den schal Die uit de bosschen waait U tegemoet,

Gij ziet de boomen naderen tot stoet,

Gij ziet de kleuren vallen uit den avond,

En hoort de stilte om U, die U lavend,

En met haar fijn geluid gelukkig maakt,

En zingend wordt, wat uwe hand aanraakt,

Een norsche wolk dekt* uwen einder af,

En waterdamp steeg op, en toen begaf

Het licht uw weg — waart gij niet als vergeten,

In deze duisternisse ongemeten.

Gij ziet de zon, het vermiljoen gevaart', Uitvaren langs de velden onzer aard',

En zich begeven naar de stalen zee,

Waarachter hij luidvlammende vergleê.

39

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.