Van de nieuwe gemeenschap der Menschen

Titel
Van de nieuwe gemeenschap der Menschen

Jaar
1924

Overig
Een gedicht

Pagina's
85



De schoonheid van uw woud, is slechts een val Die gij zet open, om der schepselen tal,

Gelokt door kleur en klank en woudaccoorden Met nagel, pin, en boor, en vijl, te moorden.

Uw lach o gruwlijke is het verraad Dat uwen zoeten lentemond ontgaat,

Opdat de aarde brenge ongemeten

Het sappig kruid, dat straks wordt aangevreten.

Gevoellooze, waartoe gaaft gij gevoel Aan al wat adem heeft, en zonder doel Uitademt en inaadmen moet het leven,

Dat gij hem in de longen hebt gedreven.

Is er een doel ? — en heeft uw wreedheid zin, Opdat er breke in den mensch begin Van nieuw gevoelen uit, van een nieuw rijpen, Een eindelijk volgroeid zijn, te begrijpen,

Wat gij nature wildet, met te zijn Uw eigen tegenbeeld, wezen en schijn,

Een blijdschap die den dood werd ingedreven;

O smartelijke schoonheid van het leven.

Maar zij, die mij omgeeft in boom en woud,

Met einders verre en met ochtendgoud,

Met avondsluiers en met sterreteeken,

Verhief haar stem in mij, en ging te spreken,

17

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.