Den mensch gaan nieuwe werkelijkheden open, Het lichtende heelal wordt een geschenk,
En hij en zijn genooten, Soeverein.
Het Al ontmoet hem, hij ontmoet het Al,
Hij is regeerende in een gemeenschap,
Hij staat in nieuwe werkelijkheid, de mensch,
De menschen naderen de Gods-idee,
Zij worden samen d’ oppermachtige,
De mensch heeft van zichzelf zich afgelegd,
En hij rijst uit zijn groeve, hij begroet Het in de ruimte stroomende, het licht Begroet de zwevende muziekgestalten,
De fluisterende kleuren, het gezoem
89