Er is de stank van geld, de geur van gas, De laagheid van het woord, de veinzerij,
En d’oude penningen van het verraad.
Er is het altijd dragen van een last,
Er is een mompeling van den verkochte,
Er is het clownschap van den kunstenaar.
Er is. — Niets Is — Er is alleen het woord, Het machtelooze, het verkondigde Van kameraadschap op de rijke aard’.
84