Natuur ik luister naar uw wil, ik ben Uw zoon, gij hebt mij saamgesteld, gij naamt Planten en dieren, ijzer, giftig kruid Het zout der zee, en van der boomen hars Van Orion den lichtweg en het beeld,
En van de zon het goud en goot het uit En mong het kostelijk, en maakte bloed En huid en spieren tot dit opgaand lijf Waarin de wind jaagt van uw scheppingsadem. Voortdurend maakt ge mij, en stoot mij aan En toetst mijn lichaam aan uw plant, uw dier Uw ijzer, lood en tin, magnesia En d’andre stoffen stroomend in uw brein, Opdat ik mij herinnere, dat gij Mijn maker zijt, en ik uw creatuur.
5 65