God

Titel
God

Jaar
1930

Overig
een gedicht

Pagina's
93



Verschijn, verschijn, verschijn, wanneer Gij zijt, Wien ooit hebt Gij op aard’ Uw zijn bewezen, Schonk Gij U Job, kon hij Uw goedheid lezen, Toen hij neerlag, gevlekt in schurftigheid.

Wien van de zoekenden hebt Gij bereid Door zelfinkeer, te worden uitgelezen In U te zien, en U nabij te wezen Bij Uwen gang doorheen de eeuwigheid.

Een waanbeeld zijt gij God, ons beeld ontstaan Uit levensangst, bij het zich zien versmeten, Naar her en der, in lucht en zee en aard,

Geworpene te zijn en niet te weten In dit doelloos en vluchtige bestaan,

Voor wien gij leven moest en werd gebaard.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.