God

Titel
God

Jaar
1930

Overig
een gedicht

Pagina's
93



Zijt Gij de energie, zijt Gij het licht?

Het licht zingt in het dier, de plant, den boom, Het zingt in hei, en haag, en oeverzoom,

In steen, en klei, en struik, en lisch, en riet,

Het licht zingt in het licht, en weet het niet.

De plant, het dier, de hei, het veen, de poel,

Zij lichten en zij zingen zonder doel,

De struik, de haag, de klei, de vonkelsteen, Waarom zij zingen, van hen, weet niet een.

Men zegt zij zingen God, weet nu de plant,

De hei, de steen, het dier van zee en land,

De poel, de struik, de klei, de vaart, het riet, Dat zij God zingen in hun lichtend lied.

En ik die hen beschrijf, de wichelaar, Nakomeling, en zingende barbaar,

Die meent een lied te dichten tot God’s eer, — Ik weet zooveel het licht weet, en niet meer.

21

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.