Soms denk ik dat het licht iets openbaart, Alsof een stem daaruit te spreken vaart,
Ik luister, en mijn hand schrijft dan het woord; God ligt verholen in een ander woord.
Ik weet, en ik weet niet, wat ik bedrijf,
Ik zie dat ik een simpel woord neerschrijf,
En voel mijn hand bewogen als een riet Maar wat mijn hand bewoog, dit weet ik niet.
Ik schrijf, zooals de hei schrijft en de poel, Zichzelven schrijven zij, en zonder doel,
Ik schrijf omdat het in mij heeft gelicht;
En zie mijn woorden worden tot gedicht.
22