God

Titel
God

Jaar
1930

Overig
een gedicht

Pagina's
93



l:

Het altijd stroomend bloed van Hem, de zee De lievelingen van zijn adem, wind,

Zij nemen mij tot zich, en ik neem hen.

Hij voedt mijne gedachten met het spel Zijner gedachten, zon en maan en ster,

De bergen, de afgronden, en de school Der schubbige bewoners zijner zee.

Ik leef het welbehagen van een dier,

Dat zich in Hem bewust geworden is,

En ik verheug mij bij het tafereel Dat Hij ontrolt, mij medespelende.

Soms denk ik, waar ik in Zijn ochtend zie, God is verheugd, de teedere wolken schrijven Blijde gedachten aan het eindloos ruim,

Van zijn verstilden koepelenden schedel.

Of in den laten avond, als de stoet

18

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.