Liederen der gemeenschap

Titel
Liederen der gemeenschap

Jaar
1922

Pagina's
78



Nu zal het aan de zee wel prachtig zijn;

Want reeds vergaat de zon, de maan verschijnt.

En op het water legt zij, van satijn

Een smal gesponnen baan, die lichtlijk deint.

En in de luchten, jagen daar de wolken,

Gekleed in geel, en goud, en paars, en rood.

Elkander achterna, zooals de volken Die bij hun vaandels trekken in den dood.

Maar reeds vergloeit de strijd, en weder vredig,

Wordt nu de lucht, en van een blauw egaal,

Wellicht ook niet — en blijven zij onledig,

Die vechters in de wijde hemelzaal,

Maar ’t was gestoei, een steekspel in het Ruim,

Geen werklijkheid — slechts een schijnschoon gebeuren, Het zijn tooneelspelers, die zich verscheuren,

Dravende wolken boven spattend schuim.

19

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.