Liederen der gemeenschap

Titel
Liederen der gemeenschap

Jaar
1922

Pagina's
78



De Dag, dit is de Dag, dit is het lichten,

De storting van het onontkoombaar zaad,

Dat in de ruimte, arbeid gaat verrichten;

Het vermiljoene Dier, de Dageraad.

Straks groeit hij uit, met klauwen en gewrichten, Zijn kronkelende, machtig lijf, phosfaat,

Giet vlammen weg, en gaat het al verlichten, Geen wezen, dat de fonkeling weerstaat.

En hij neemt alles, waterbaan, en wier,

En berg en dal, en waar hij lag, ontstaat De plant, de struik, de bloem, het mos, de boom.

Oneindiglijk bevruchtend trekt de stroom.

Van zijn kleurfonkelende vloeiend zaad;

De felle Draak, het lichtspuwende Dier.

18

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.