Langzaam klaart het tooneel op, maar blijft in schemerende tinten. En nu doemt een bosch aan, toeloopend naar den beschouwer. Gemurmel stijgt, uit nog niet geopende, maar overal vermoede diepten;
Een geluid, le stem:
Een roep!
2e stem :
Wie zegt „een roep”,
1 e stem:
Een stem gaat uit en roept ons op.
2e stem :
Wie roept?
1 e st em :
En zegt: „herleef t-herleeft gesneuvelde soldaat”
2e st em :
Waartoe?
1 e stem:
Zij zegt: „vertelt wie U den dood heeft ingedreven’ 2e stem :
Vertelt?
Gemurmel der stemmen van overal „vertelt”, „vertelt” en bij dit woord, in elke diepte herhaald, richten zich de gesneuvelde figuren tot luisterhouding! (Verschillend van gebaar).
Eerste diepte:
„Wij zijn gegaan, ons hart werd aangedrongen Met zachten dwang van leuze en rythmiek Een vaderlandsche wijze werd gezongen De bronzen lucht werd lichtende muziek.
8