Wilt gij spreken, spreek dan voor U heen, En uit stilte komen een na een Klank en kleur en lijnen, en Uw oog Ziet het onzichtbare dat bewoog.
Moge stilte tot Uw woorden zijn Als om zwarte paarlen elpen schrijn;
Houde stilte Uwe stem omvat,
Zooals zomeravondsfeer het blad.
83