Liederen der gemeenschap, Tweede deel der liederen

Titel
Liederen der gemeenschap, Tweede deel der liederen

Jaar
1918

Pagina's
91



De fijne luisterende boomen staan Geopend naar den nog zeer vroegen morgen, Al het verwarrende wordt weggeborgen,

De dingen kijken zacht elkander aan.

De wereld is nu een groot huisgezin,

Waarvan om beurten iemand komt ontwaken, En maakt de oogen open en gaat slaken Een zoet gerucht, een zalig leef begin:

„Dit zijn de boomen, dit der takken hang,

Daar mogen wolken over henedwalen Altijd verder, eeuwigheden lang,

Ik zie ze na, ik kan hen achterhalen.

Mijn oogen zijn bezitters van Het Al,

Al wat zij kunnen zien wordt hun geschonken, De fijne boomen en de hemelval,

De kleuren tusschen takken neergezonken.

79

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.