Liederen der gemeenschap, Tweede deel der liederen

Titel
Liederen der gemeenschap, Tweede deel der liederen

Jaar
1918

Pagina's
91



Ik heb dit lichaam wel bemind: de zon De schemer, het nachtgoud en het zeegrijze,

De hooge ruimte waarin vogels reizen ;

De boomen, de woestijnen en de bron ;

Het klankrumoer, de stilte die begon Te zingen haar indringend zoete wijze,

De nevelen die als gestalten rijzen,

De wolken loopend aan den horizon;

Al dit gezegende is mij geschied;

Ik kon de sterren van den hemel halen,

Ik droeg den nacht weg van het aardebed; Bloemstengels werden in mij neergezet,

Ik werd een veld, een zee, een woud vol stralen, Ik werd een hemelval, ik werd een lied.

63

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.