Liederen der gemeenschap, Tweede deel der liederen

Titel
Liederen der gemeenschap, Tweede deel der liederen

Jaar
1918

Pagina's
91



Mocht ik u niet meer kunnen zien, mijn zon, Mijn hemel en mijn wouden en mijn stroomen, Mijn rijke stammen uit den grond gekomen Boodschappers van de aarde tot haar bron.

Ik zou nochtans wel weten dat gij zijt En voelen mij van uw gerucht begleiden En ademen uw tegenwoordigheid En mij met uw gestaltenis verblijden.

Want in mijn geest staat elke boom geprent, De nerven zijner bladen ingedreven,

De rimpels van zijn stammenschors geënt,

En als ik opkijk, staan zij opgeheven.

Mijn hoofd is als een oud’ antieke doos, Waarin mijn hersens liggen fijngevoelig, Vel-fijne platen wiegelend en broos,

Vol fonkelingen stil en grijs en woelig.

52

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.