Liederen der gemeenschap, Tweede deel der liederen

Titel
Liederen der gemeenschap, Tweede deel der liederen

Jaar
1918

Pagina's
91



DE AARDE

Al wat leefde, ligt verloren in De loopgraven, schemerend gedekt; Hemel draagt een masker; nacht-begin Loert over de landouwen, bloedbevlekt.

Tot het licht der zoete maan verschijn’ Op een sterren-gondel en zij vaart Schuin-geheven over wolken-lijn,

Stort haar gulpen gietsel tot de aard’.

Broederlijk neerliggen op het land Kleuren-pakjes; ieder is een lijk;

Dood heeft ze begoten met zijn hand; Dood heeft ze gemaakt van kleur gelijk.

Niets beweegt er. Slechts een diepe zucht Stijgt uit moeder aarde. — Zij ontving Weder hare kinderen, haar lijfsvrucht, Heen-geworpen in vernedering.

47

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.