Liederen der gemeenschap, Tweede deel der liederen

Titel
Liederen der gemeenschap, Tweede deel der liederen

Jaar
1918

Pagina's
91



Wij liepen in den klaren blauwen nacht; Zijn koepel stond doorzichtig op de landen, Aan onze voeten weken weg de wanden, De wazige, in tinten van smaragd.

De boomen hadden lanen uitgezet,

En uit de gele velden staken schooven,

Die hielden armelijke handen boven, Aandachtigen, verpreveld in gebed.

En over allen had de hemelhal

Een blauw tapijt gelegd, vol sterrestippen,

Die lieten fonkelende draden glippen,

Het stralend weefsel spatte overal.

De nacht geleek een goudbelegde Dom, Gezang hief aan uit ongeziene koren,

Wij zaligen, wij gingen droomend om;

In onze harten werd muziek geboren.

14

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.