Van ouds 'De morgenster'

Titel
Van ouds 'De morgenster'

Jaar
1923

Pagina's
93



Stem matroos. D'r hoeft niemand in of uit, as de Koninklijke Marine de haven bestrijkt. Blijf ’n paar mijl uit me vaarwater, bleeke slampamper.... Met je pooten van me lijf!

Moeke. Wil je mijn bediende doorlaten? Mag ik't nog is in ’t fatsoendelijke verzoeken?

Stem matroos. As 'r mijn niet getapt wordt, wordt 'r niemand getapt....

Moeke. Roep dan de politie, Job!

Job. (terugkeerend) Hij verdomt ’t. En ik ben niet an-genomen, om met dat schorum te vechten.

Moeke. Allemachtigste! Dan zal ik zelf.... (zij gaat de Tapperij in. Gelach en gelal. De harmonica zet drenserig in. Geluid van ruziende stemmen. Dan klinkt haar gillende stem) .... Laat me los! Laat me los! Mot jij 'n vrouw beetpakken! Hulp! Bruigom, hulp!

Simon. (inde tusschendeur-opening) Wat is dat? Waar is moeder?

Moeke. Hulp!

Simon. Laat jij.... Schoft, laat jij.... (hij stormt de Tapperij in. Men hoort gerinkel van glas. De harmonica speelt. Dan een woest gebrul. En een revolverschot. Plotselinge stilte.)

Job. (duwt Moeke achter de toonbank,) Niet 'r bijblijven! Niet 'r bij!

Moeke. Wat was dat?

Job. Niks. Niemedal. De politie is 'r al.

EINDE VAN HET EERSTE BEDRIJF

34

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.