99
Aristide: Jongen, neef, *k geloof, dat ’t te laat is: ze loopt met ’n gezicht...
P r o s p e r: Bemoei u d’r niet mee!
Groomoe: Ze kwam ons daar op de gang met ’r bagage tegen ...
Prosper: Bemoei u d’r niet mee!
Hendrika: Maar oom ...
Prosper: Bemoei je d’r niet mee! Jullie slaan ’n toon aan, of Jk onmondig ben! (tot Mevrouw): Neem die boeken, die boeken van tafel weg! ’t Lijkt wel, of je de heele bibliotheek naar boven sleept! En zet, en zet wat voor ’r klaar... (c?e piano boven begint weer te spelen). Smeer ’n broodje voor ’r...
ZEVENTIENDE TOONEEL.
De vorigen, Pollie.
Po 11 ie: (met valies). Voor mij? Dank je!
Prosper: Dank je? Dank je? Heb je dan al ontbeten?
Pollie: Ja.
Prosper: Wat dan, wat heb je dan ontbeten ?
Pollie: Da’s mijn zaak.
Prosper: Nee, dat ’s ook onze zaak, niewaar ? (glimlachend) We laten geen vrouw in jouw omstandigheden, niewaar?, met ’n nuchtere maag... En zelf je valies dragen, dat heele end naar ’t station, permiteer ’t niet, permiteer ’t niet! (wil haar 't valies afnemen).
Pollie: (met ingehouden toorn). Blijf af. ’k Heb geen hulp noodig.
Prosper: ’k Bedoel toch alleen ...
Pollie: Blijf af.
Prosper: Wat is dat nou? Wat heb je nou? Neem je ’n kleine woordenwisseling met m’n vrouw, die ’t natuurlijk zoo kwaad niet bedoeld heeft, en waarvoor wij toch niet allemaal verantwoordelijk zijn, zoo tragisch op?
7*