89
Aristide: Nou, daarvoor hoefje achter geen deuren te luisteren. Je zet, met permissie, ’n keel op, of, of...
Groomoe: Of je vermoord wordt!
P r o s p e r: Moet ik u daarvoor verlof vragen, schoonmama?
Groomoe: My, nee. My heb je héélemaal geen verlof te vragen, ook geen verlof, om me in tegenwoordigheid van vreemden, zooals die meneer van daarstraks, om me met je ouwe ongemanierdheid en je ouwe ongepastheid, aan te blaffen!
P r o s p e r: (met stemverheffing). Ik blaf u niet aan, schoonmama, schoonmama, schoonmama!
Groomoe: Nee maar, heusch, nou neem ’k jullie twee tot getuigen... En dat laat ’k me niet langer aanleunen. (Mevrouw komt door deur links op, luistert even angstig, gaat weer door rechterdeur af) Jy behandelt je huisgenooten, je vrouw, je kinderen, je familie, of, of ze je ondergeschikten zyn, behalve, behalve — dat’s om ’n hartklopping by te krygen! — behalve, als we je moeten bespringen, als je je niet meer te roeren weet... Ik kryg nou al over, over...
P r o s p e r: Stuur me den deurwaarder, laat me exe-cuteeren, maak ’r misbruik van, dat m’n seniele broer niet zóóveel, niet zóóveel hart voor z’n familie, z’n eigen familie had! Hart? Hart! Jullie toonen geen van allen, geen van allen, hart! Nee, schoonmama, je weet van de enorme boevestreek, je weet van tante Adèle ’r ziekte, je weet van Charles z’n ongesteldheid, je ziet, hoe ik me met moeite op de been hou, hoe ’k half gepa-raliseerd ben, half kreupel door dat summum van ellende, en je maakt bruute toespelingen, op, op, op...
Groomoe... Op vyf honderd drie en zeventig gulden — de kleinigheidjes niet meegeteld ... ’k Moet m’n huur ook betalen!
Prosper: Isude eenige ? Ben u weer martelares ? Moet ’k op m’n zieke knieën om uitstel bidden? Is ’t m^jn schuld, myn schuld, dat wat niet geboren is, als reeds geboren aangemerkt wordt!
Aristide: Ja, ja, maar ondertusschen ,..