Kamertjeszonde

‘Dat zullen we wel zien/

‘Laatje dan eerst scheren/

Een halfuur later nemen we op het Buitenhof een open rijtuig. We maken een omweg door de bosjes, praten. Dat is het eerste bétere gesprek, het éérste rustige, buiten tabakswalm, buiten drankopwekking. Soms wapperen de bldren tegen de kap van het rijtuig, zitten we midden in het groen, in goudgroen, in zeegroen, in fluwelen bundels van groen en wéér fel groen en soepel groen. Zij praat, babbelt, lacht, is bij buien kinderlijknatuurlijk, heeft dan niets van de drukke, komediespelende, valsdoende chanteuse.

‘Mooi-hè’ - zegt ze. Het paard klotst, de blaren wrijven mijn hand langs. De bovenste boomtoppen wiegelen in de wind, de wielen knoersen over de kiezels.

‘Hé - wat is dat mooi. Wor je er ook stil onder V ‘Strakjes zie je de zee. Da’s véél mooier/

‘Daar zijn zoveel mensen. Ik hou niet van het strand/

‘Ik ook niet/

Zoetelijk-heerlijk is de geur van het groen, de wierook van sparre- en eikeloof. Het wasemt over het land in een dronken vreugde, louter verrukking.

‘Zit je zo goed ? Wil je me jas achter je rug V

‘Nee. Ik zit héérlijk. Nog nooit heb ik zo heerlijk gerejen/

‘Als je nou denkt aan gister, aan... ⁵t Ca... si... no/

‘Verstoor het niet. Toe wees nou stil/

‘An je succés../

‘Toe nou!... Toe nou... Denk je dan dat ik niks vóél/

‘Begrijp je waarom ik het Toneel haat én jouw café-chantant én de hele stinkende rommel?... Ruik je het groen? Wat een geluk, hé, om het zo op te snuiven... Da’s heerlijk, hè?... Watje dat krachtig maakt... Watje er gelukkig onder wordt... Ik heb het óók zo weinig... zo weinig... Ruik je?... Hè»/

‘Wat jammer dat me Kaatje niet bij me is/

‘Ja da’s jammer. Lijkt ze op je?’

‘Sprekend/

‘Ik moet er es zien. Ik moet er es zien/

‘Nou heb ik nog je das vergeten/

‘Da’s niks. We zullen elkaar nog lang genoeg zien, niet V Voor het eerst kijken we elkaar eerlijk, met iets anders dan gewone vriendschappelijkheid in de ogen. Welk een heerlijke septemberdag. Het groen ritselt, zwangert lichte zilvergeluidjes. Elk blad is een bekken trillend in

97