Kamertjeszonde

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1970

Pagina's
392



‘Het gaat nogal.5

‘Ik heb kouwe voeten. Trekt die deur zo ?5

‘Nee. Da5s meer 5s morgens.5

‘Zou je je krant niet laten ?5

‘Met plezier.5

‘Scheelt er wat an ?5

‘Nee. Niks.5

‘Zet dan een ander gezicht, kreng.5

‘Ik ben gewoon.5

‘Wat ben jij toch een rare, Alf.5

Ja dat vind ik nou ook wel, nou zij het zo zegt. Zaten we vannacht niet gezellig? Hebben we kwéstie gehad? Hoe kóm ik aan zo5n komiek humeur. Zesendertig buien in het uur. Zij blijft zichzelf precies gelijk. Wat wil ik dan toch? Waarom zanik ik zo, altijd met melancholieke buien en zwaar-op-de-hande redeneringen? Kijk de zon es schijnen op je bord. Moet je je jeugd laten voorbijgaan? Ben je een ouwe kerel of een jonge man? Het leven! Allo, het léven! Hét aanpakken met onbezorgdheid, niet prakkizeren, niet tobben. Hét leven! De zon bij je ontbijt! Zing dan ook es uitgelaten. Draaf en hol en stoei dat er kleur komt op je gezicht, dat de kringen van vermoeienis en nadenken onder je ogen weglachen! Ligt thuis niet het werk, dat veerkracht nodig heeft? Het leven! Pdk het dan aan, dol ermee, neemt het in je armen, wees krankzinnig, trap in de riolen, verknufFel je in de zon, duikel in het gras, hap lucht, lach, schater om de dingen. Wat kan je gebeuren ? Niks. Moet je dan zot zitten versuffen! Lach, lach erom! De zon smelt de boter op de broodje. Haha! Het léven! Je jeugd! Je kostelijke jeugd!

Het is vreemd, onzinnig, maar het is zo. - Dat ‘wat ben jij toch een rare -Alf - Alf - Alf5 - losjesweg door haar gezegd én de zonnelichtheid op mijn bord, jagen een tintelende lust om te leven van mijn hart naar mijn hoofd, bonzen inééns een jeugdige lichtheid op, alsof iets vrolijks gebeurd is. Ik herhaal een paar maal... rdre... rdre... hap in het broodje, zet het in de gulle, lichtende witheid van het bord, ben blij om mijn blijdschap, zenuwachtig-blij dat het brood me niet smaakt, de thee bitter lijkt. -Wat ben jij toch een rare, een rdre, een rdre - Alf. Alf. Alf. Welk een luchtigheid, welk een opluchting, welk een wegglijden van het drukkend gevoel in mijn hoofd. Ik weet niet dadelijk wat te zeggen. Maar dan vraag ik haar - nee geen seconde vroeger had ik eraan gedacht:

‘Willen we es gaan toeren naar Scheveningen in een open bakkie?5 ‘Zou het niet te koud zijn ?5 ‘Wel nee. Wélnee.5 ‘Hoe laat wou je dan naar huis ?5

96

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.