Kamertjeszonde

kop, me één voel met allen zo ze daar zitten. Wat een aardige mensen! Wat een gezellige nacht!... Wat heb ik strakjes een malligheden gedacht bij de Vijverberg!... Is het leven niet verduiveld beminlijk als je vrolijk bent en meedoet aan het plezier van anderen!... Zo moest je altijd zitten, zo goddelijk-abruti, zo fris, zo raak en stupide in je spot, zo zeker van toon om een mop voor commis-voyageurs te vertellen. De nacht moest kunnen duren, duren... Maar Lisy is moe en gaat naar boven. Zakkie en nog een vragen kaarsen. Piet, Georgine, de kroeskop en ik plakken. De portier draait een van de gasarmen af. In halflicht blijven we kletsen. Georgine wordt slaperig. Haar knie voel ik niet meer. Als ik dichterbij schuif trekt zij weg, doet stug. Ik begin te begrijpen. Ze doet zo lief, zo aanhalig als Lisy erbij is, om te tonen dat ik van hdar ben. Daar heb je het! Strakjes was het Alfvoor, Alf na. Nou zegt ze: ‘Spier, schenk me nog es een half glaassie in.⁵ Piet vertelt van andere acteurs, van dingen die daar en daar gebeurd zijn, van een zangeres die tussen de coulissen van een dood kind beviel. De jodenkroeskop komt los over het socialisme, zegt dat het krankzinnigheid van die lui is, dat je je toch niet wil uitkleden voor je naar bed gaat voor vreemde mense ~ ik ben stom genoeg om de man tegen te spreken en we krijgen heus ruziede mot niet meespreken van dingen, waarvan je niks weet, mijnheer!⁵ ‘Watte? Da’s nog de vraig of ik er niks van weet! Wie wil nou zo gek zijn om z’n boeltje af te staan ? Als ik hard sappel.^{5 c}Je weet van socialisme net zoveel als dat glas!^{5 c}Ik zeg dat werklui d⁵r geld in de kroeg verzuipen!^{5 c}Dat doe jij toch ook? Je heb hier meer zitten drinken dan een werkman in een hele week.^{5 c}Als u grof wordt...^{5 c}Ik zegje de waarheid, man.⁵

^cIk wil geen ruzie maken op de late nacht. U kunt zeker niet tegen een

glaassie...⁵

^cAch man, stik!⁵

^cIk zal de wijste zijn.⁵

‘Lui nou niet,⁵ zegt Piet, Vat een onzin om ruzie te krijgen over de socialen. Ik wil wel weten dat ik graag sociaalder wil worden met een hoop centen, hahaha!⁵ ‘Ik ook,⁵ lacht Georgine.

De kroeskop vertelt nog een mop, Piet rakelt grappen op, maar de aardigheid is er af. Ik ben stil geworden. De zaal met haar halfduister is ongezellig. Georgine praat weinig, neemt geen notitie van me, lacht om de kroeskop en om Piet.

93