Kamertjeszonde

Dan komt de kroeskop weer op dreef, doet een zéér grappig verhaal van hoe die eens meegedaan heeft in een rederijkerskamer. ^cIk was Othello of zo iets en swaitte so - het was in het laatst van augustus - dat het swarte swait op me hande viel.⁵ ‘Héhéhé!⁵

‘Toen ik voor dood lag smeet er een van de gaanderij een rotte sinaasappel op me gesich. So ies mot je overkomme! Verrek! schreeuw ik boven: hou je vulnis bij je! En toen weer voor dood legge! Hahaha!^{5 c}As ik je staaltjes most vertelle,⁵ zegt Piet... ‘Ik herinner me in Breda. We voerden op - ik was toen nog an het theater - een draak met zeven dooien. Ik was er een. Boven m⁵n hoofd hing een luster met kaarsen - het was in de kerk mot je weten. - Wel goddome denk ik, wat is dat toch! Klets. Nog es klets. De kaarsen waren an het druipen. Ik verzeker je dat ik me lachen hóüen kon. - Een andere keer was ik weer dood en wou het doek niet naar beneden. Stel je es voor! Het was om een beroerte van het lachen te krijge. D⁵r was niks an te doen. Ik most opstaan. Zulke dingen gebeuren dikkels.⁵

‘Op de reis gebeurt je ook wdt! Ik kan je staaltjes vertelle!⁵ ‘Ken je die mop van die officier en die boeremeid ?⁵ ‘Geen gemene moppen waar dames bij zijn!⁵

Ik zit tussen Georgine en Lisy aan de grote tafel. Lisy babbelt en Georgi-nes knie rust tegen de mijne. Dit en de ouwe klare maken me wonderlijk opgewekt. Ik doe hélemaal mee, ben luidruchtig, druk, vertel rotte moppen en zoek ruzie met de kroeskop, dat wil zeggen - ik zeg hem nonsens dingen, die hij niet begrijpt.

‘Die mop... Die vin je al bij Aristoteles!⁵ ‘Bij wie?⁵

‘Bij Aristoteles. Kent u Aristoteles niet ? Die had vroeger een zaakje in pepermunt en boterbiesjes op het hoekje van de groentenmarkt. Heb u niet gelezen z⁵n Vrouw met de zeven corsetten? Nee? Een prachtig werk. Voor vijf cent kun je het huren in elke apotheek.⁵ ‘Merk je nou niet dat meneer je verneukt ?⁵

‘Pardon, mijnheer!... Heb u wel es gehoord van de formule voor fosforbe-reiding?... Nee in alle ernst ?⁵ ‘Waar wil u naar toe, héhéhé!⁵

‘Nooit van gehoord? Dan moet u nooit fosforlucifers gebruiken. Je zou het kunnen treffen je sigaar op te steken aan de botjes van je grootpa. Was uw grootpa ook in de handel ?⁵

Georgine trapt op mijn voet. De reiziger lacht flauwtjes. Ik flap er de reddeloze onzin zo serieus uit, dat hij niet kwaad kan worden.

91