Kamertjeszonde

ging ^cDus... slik het maar in... te... vreeee.. denheid!’... Gerommel in de zaal. Piet vervolgt:

Is het vrouwtje niet te sprêêêêken Of wel draaft ze verschrikkelijk door.

Om de eendracht niet te brêêêéken Daar heb ik een remedie voor.

Klets dan de voordeur wijdwaag open En zet het daarna op een lopen,

Kom ^ys nachts dan laat uit de sociëteit,

Dan Uaacht ze van tevrêêêêdenheid...

neemt weer z’n komieke dribbeldraai, die de mensen doet proesten... zingt, dchter, langzaam-blerrend... ‘Dan... ldaaacht... ze... van... te... vreeee... den... heid’ - roept vlug, zachtjes tussen de coulissen... ‘Zeg dan godverdomme hoe het staat!⁵ - wijst tien gulden met zijn handen en zet weer genoeglijk lachend in:

*k Was laatst rond Neerbosch aan ^yt wandlen...

Bij z⁵n laatste te... vre... den... heid zakt het doek. Donker grommelt het applaus door de zaal. Piet staat bij de kist. - ‘Hoeveel heb ik gewonne ?⁵ -‘Twaalf gulden.⁵ - ‘En ik heb je de laatste maal tien gewezen! Hoe kan dat nou?⁵ - ‘Wel godverdomme, denk je dat ik je belazer!⁵ - ^cOf jij nou godverdomme speelt, daar maal ik geen bliksem om... Ik hè-je gewezen tien gulden in te zette...⁵

Weg is hij om voor het publiek te buigen, komt buiten de coulissen lachend en komiek-doend terug en vervolgt...

‘Hoe zit dat nou met die tien gulden ?⁵ ‘Ik heb maar een poot van je gezien.⁵ ‘Dat lieg je!⁵

‘Is het niet waar, Williams ?⁵

‘Yes. Certainly. He only noted five guilders...⁵

‘Ik geloof dat jullie me allemaal verneuke... Zó dee ik het...*

Weg is hij. Het gerommel houdt aan, tot de muziek invalt en zijn kurk-achtige stem het populair kermislied inzet...

^yk Heb een nichtje ze heet Adil> ^yn Aardig lief meisje, je kent haar wel.

Beetje scheel maar dat hindert niet,

86