Kamertjeszonde

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1970

Pagina's
392



kost me een maand gage!’ - ‘Uitscheien ?5 - ‘Nou geen zesenzestig meer... Dat duurt zo verdomd lang!... Hebben jullie lust in een bankie ?5 - ‘Doe je mee zeg?5 - ‘Non merci. J’ai pas de galette!5 - ‘Ja wel. Dat kenne we! Pot jij maar!5 - Ze beginnen te banken. Piet heeft net op een kaart gezet, als hij gewaarschuwd wordt. - ‘Piet! Pie-iet!5 - ‘Is die lamstraal al klaar?5 - ‘Vooruit, vooruit!5 - ‘Eerst afbanken!5 - ‘Nee. Leg niet te donderjagen! Zit me pruik goed?... Gaan jullie mee?... Neem jij mijn kaarten Willem... Ik zal je wel wijzen!5...

Ik loop verwonderd mee. Da5s zelfs voor mij wat nieuws. Op het trapje komen we Lisy tegen. Piet voelt haar in het voorbijgaan tussen de zwetende tricotbenen. - ‘Pote thuis... du Schwein!5 ‘Klaar? Hdlen!5 Als hij opkomt in zijn geruite broek, zijn nauw vestje, heeft zijn glad gezicht al applaus. Aan de overzij staat Georgine tussen de coulissen. Piet begint zijn voordracht. Je ziet niks van hem zo lang hij op de voorgrond blijft. Je begrijpt niet waarom ze om hem lachen. Telkens scharrelt hij naar de achtergrond, trekt malle gezichten boven zijn nauwe vestje, steekt een paar vingers op naar de kant der artiesten die beweeglijk samenhokken. Op een kist liggen de kaarten, met guldens en rijksdaalders in vier hoopjes. De atleet houdt ‘de bank5. Willem speelt voor Piet, koopt een kaart voor zoveel guldens als Piet vingers opsteekt. In de gele schijn van het voetlicht zingt hij. Zijn ‘voordracht5 is droog, handelt ko-miek-beschrijvend over ‘tevredenheid5...

Er is óóóóvervloed van schulden,

Nou voor de ouwe dag gespaard...

Niks is van hem te zien. Op de voorgrond staat hij met de handen in de zakken van zijn geruite pantalon. Het publiek lacht. Aan een van de lege zakken draait hij een punt. De kemiekert!

Want yn echte Nederlandse gulden,

Is veertig cent een gulden waard...

En koopt men soms een vaatje boter,

Krijg je er een toe de helft gróóóSter,

Naar recht en niet uit vet bereid.

Dus slik het maar in tevréééédenheid.

De laatste regel bisseert hij, dribbelt altijd komiek met een langzame draai over het toneel, steekt grappig zijn vijf vingers schuin bij zijn neus of achter zijn oor en zegt glimlachend, langzaam met een slikkende bewe

»5

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.