Kamertjeszonde

Verliefd wordt ge daadlijk als ge haar ziet,

*k Zou met haar naar de kermis gaan Doch die grap kwam me duur te staan.

Ach sprak Adèle, ik durf haast niet Als men mijne ogen ziet.

Adèle_y Adèle,

Niemand die op je ogen let,

Wij klinken, wij drinken Met kermis heeft iedereen pret!

‘Nou allemaal!⁵ schreeuwt Piet in de zaal. Dat heeft succes. Dat is iets voor het publiek. Adèle! Adèle! - brullen ze in koor, terwijl Piet op z’n gemak met Willem spreekt.

‘Hè-je vijf voor mijn ingezet ?’

‘Ja!’

‘Als ik win verdubbel je, hoor? Anders een riks!’

Zo gingen wij naar de schouwburg been Adèle was niet erg vlug ter been.

Weer heeft hij succes. Hij zingt goede platte liedjes, verstaat zijn vak. Het doek is nog niet gezakt of hij is bij de spelers. Het publiek stampt en roept. - ^cNee, ik verdom het. Twee nummers is genoeg.’ Toch geeft hij een biscouplet. Dan gaan ze terug naar de kleedkamer, wordt er gescheld, treedt Georgine voor de tweede maal op.

Door een gaatje in de voorste coulis kijk ik toe, zie haar bewegen, flirten voor het voetlicht. Ze heeft geen of een rddr soort succes. Als ze aan haar refrein toe is en een hoge noot uithaalt, begint er een op de gaanderij mee te gillen. Oe-oe-oe! wat het sein is voor de anderen om het refrein over te nemen en er lollig op los te gillen.

‘Wat een pestpubliek!’ zegt Georgine tot de man van het touw.

‘Nou! Zulleke sekrete,’ knikt de man, inniglijk verontwaardigd. - ‘Da’s nou jé schuim,’ zegt hij, terwijl hij pruimsop tot bij mijn voeten neer-siept - ‘Je zou ze d’r afsodemietere!’

‘Sigaar opsteken ?’ vraag ik.

‘Nou alsjeblief.’

Ook het tweede couplet heeft een even groot succes. Oe! Oe! Oei! - gillen ze, als ze weer aan haar hoge noot is. Vreemd dat ruwe mannen geïrriteerd worden door een hoge vrouwenstem.

‘Ik zal maar late zakke,’ zegt de toneelknecht, wijsgerig.

87