heeft ze, mooie schouders. Ze doet als een Française, slaat de korte rokken vlug weg, lacht, kijkt rond, voelt zich volkomen thuis. Nee. Dat is zij niet. D’r gezicht is anders, met gróte ogen, rooie lippen. Nou zingt ze...
Zangeres in vriendenkringen,
Is mijn leven hoogst frappant,
Ik zing Hollands, Duits en Engels,
Reizend steeds van land tot land,
Minnend al d’artiestenvrienden, yt Zij een keizer of een vorst,
Of een kranig officier Of een flinke adelborst.
In Chicago, Londen, Moskou Overal een ideaal,
Want mijn liefde kent geen grenzen Zij is internationaal!
Want mijn liefde kent geen grenzen Zij is internationaal...
Ik voel me ongelukkig, jammerlijk ongelukkig. De woorden drenzen op me toe, kleverig muf. Het is alsof een kast opengaat, waarin maandenlang vermot, beschimmeld goed heeft gelegen. God, God, hoe hopeloos! Waarom zit ik hier?... Wat is dat alles onaangenaam... Rotte liedjes en deuntjes voor een geil bourgeois publiek... Wat doe ik hier? Die vrouw vind ik beroerd, misselijk, zou ik wel willen uitfluiten. Voor dié vrouw voel ik grote minachting dat ze er lust in heeft zulke wezenloosheden te galmen met een glimlach hier en een liefdoen daar, met een berekend laten kijken van haar roze pantalon, omdat het er zo bijbehoort, omdat de mannen zo’n hete lol hebben als ze een stuk van een vrouwenbroek zien. Voor dié vrouw ben ik hier gekomen, ik die pedant ben, mezelf vóél, ik die iets moois in een vrouw zoek, ik, die een avond zo krankzinnig geweest ben om met haar te spreken over verzen, over Vondel nog wel, over Gorter nog weL Nou is het uit. Goed uit... ‘Want mijn liefde kent geen grenzen, zij is internationaal.5 Daar spring je bij op. Dat vind je hopeloos, hopeloos, hopeloos. Dat zijn liedjes voor idioten. Een boeket geven! Een boeket geven! Rozen met pareldruppels over het voetlicht. Ik een boeket geven! Ik komen om haar ‘succes,5 haar kuiten, haar pantalon te zien! Het is om bij te huilen van triestigheid, dat ze niet vóélt dat elk van haar beschaafd-wulpse gebaren voor dit publiekje pijn doen, je hinderen,
77