Kamertjeszonde

in mijn lessenaar een circulaire, kun je adresseren an... an... Jawel, zeg ik. We zullen jou léren, meneer, we zullen jou de baas laten spelen, we zullen jou... Heb je me verstaan? - Jawel. Nou, toen ben ik rustig, een kwartier later uitgegaan.⁵

‘En ?³ - ‘Nou... én!⁵ - ‘Hé-je ze helemaal geen bericht gezonden ?⁵ - ‘Nee.⁵ ‘Dat zou ik maar wél gedaan hebben!⁵ - ‘Ik heb heel gerust in het Toevluchtsoord geslapen.⁵ - ‘Heb je vandaag ook niks laten weten?⁵ - ‘Nee, geen woord. Welk hotel moest ik opgeven?⁵ - ‘Jongen, jongen, wat zullen ze ongerust zijn!⁵ - ‘Kan me niks schelen!⁵ - ‘Ze denken misschien wel dat je je verdronken hebt of zo iets.⁵ - ‘Goed. Best.⁵ - ‘Je hebt kans dat je gesignaleerd wordt.⁵ - ‘Ik zal me baard laten staan,⁵ lachte hij. ‘Onzin! Je moet als je zo iets doet, het niet als een grapje beschouwen.⁵ ‘Ik heb er genoeg van! Ze hebben me lang genoeg gesard. Nou zal ik doen wat ik wil! Ik ben nóu pas jong. Toen ik vannacht op me bed lag, al die haveloze kerels zag naast elkaar-wat heeft me dat een indruk gegeven! -je moet het gaan zien, het is luguber - én de eenzaamheid voelde van al die stakkerds én de schoenen voor de bedden zag en buiten de tram hoorde rinkinkelen - toen kwam er iets over me, zo een verdomde ontroering, zo een gevoel van wat-is-de-wereld rot, wat valt er nog alles in te doen, wat ben ik een geméne, stinkende, willoze bourgeois, wat moet ik een boel aan mezelf veranderen... Gisteravond ben ik een heel eind wakker geworden. Laten ze thuis maar vegeteren! Op géén sjabbestafel rust zegen zolanger toevluchtsoorden zijn. Wat ? De wereld is een zwijnepan! Zolang er lui zijn die van honger verrekken, hoefje jezelf geen martelaar te vinden als je je lekkere burgerpot, je dagelijkse vleessie met groenten en aardappelen én nog wat na en nóg wat na, voor wat vrijheid inruilt, voor wat verzen, voor wat goddelijke verzen. Heb ik gelijk ?⁵ ‘Als je meent naar je eigen geweten góéd te handelen, heb je natuurlijk gelijk. Maar je moeder, zie je...⁵ ‘Voor die spijt het me. Da⁵s een goeie vrouw.⁵ ‘Ik zou ze twee woorden schrijven.⁵ ‘Daar krijgt de last van.⁵ ‘Ik ? Ik kom er niet op an. Ik heb een dikke huid.⁵ We zijn er. De dikke vrouw van no. 43 gooit net een emmer water uit. Morgen weet de hele buurt hoe laat ik ben thuis gekomen.

‘Ga jij nou maar in de alkoof, Scherp.⁵

^cBen je gek! Ik lig al!⁵ - ‘Hier heb je een van de dekens.⁵ - ‘Weet je wel dat je heerlijk in je kleren maft, as je de knopen en banden losmaakt.⁵ ‘Best mogelijk.⁵ - ‘Jij zit ook niet in je vet.⁵ - ‘Nee. Botjeswinkel, hé ?⁵ - Ik sta in mijn tricot. - ‘Wat is dat voor een vrouw, die Georgine - heet ze

64