Kamertjeszonde

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1970

Pagina's
392



‘Eerst het Lied van Tingeling, dames en heren!5

De hoofden buigen naar de spreker. Sigaren walmen in nevel. Het geluid snort, gerekt, drenzend woord voor woord. Na het eerste vieze, gore couplet, couplet dat denken doet aan dronkemansgebral in een bordeel, kijken wij elkaar verlegen aan, Scherp, Dirk, ik. Karel klapt in de handen, lacht met lange hoholachen. Guus houdt het hoofd afgedraaid. Duif ver-wriemelt haar neus in een kapotte zakdoek. Georgine durf ik niet aankijken. Ik voel me afschuwelijk gegeneerd.

Bij de piano luistert de dikke, opgedirkte vrouw. De sigaret in de ringen-vingers is tot haar knie gezakt. Ze volgt de woorden van het zingend jongmens met een brede lebberglimlach op de witte pafkonen. De studenten glimlachen, roken. Altijd met de wreed ingebeten trek om zijn mond, zet het jongmens het tweede couplet in, sommige woorden uitsnauwend, dan weer lachend met een pruimemond. Harder, gemener, vuiler, drenst de liederlijkheid door de lage, warme kamer. Het is een rotte nabootsing van de rotte Chat Noir, gewild-smerig, gezegd met fluwelen tong, uitgespogen met de lust, alleen óm de lust van het spuwen. Een varken dat in een mesthoop wroet is smakelijker beest dan een man die avond aan avond voor zijn brood ploetert in erotische dierlijkheden -bij applaus van ploerten.

‘Hohoho! Hahaha!5 ‘Bravo! Bravo!5

De woede van dat te horen, samen met de vrouwen-niet met dé vrouwen-met dé vrouw die naast me zit, wie de vuilheid, ómdat zij vrouw is, bitsender in het gelaat, de ogen, de mond hagelen moet-maakt me strak, strak van gevoel om ogen en neus.

‘Aannemen!5 roep ik scherp.

De kelner die zoveel-op-de-graaf lijkt wenkt dat ie niet komt midden in een voordracht.

‘Aannemen,5 herhaal ik nijdig.

De zanger kijkt me vernietigend aan. Die voelt zich ook artiest. De Duitsers kijken om, de studenten, de vrouwen bij de piano.

‘Maak geen kwestie waar de vrouwen bij zijn,5 zegt Scherp zacht, die nét zo de goorheid, het vernederende van het luisteren naar dit bordeellied voelt.

Ik zie Duif giechelen-sluw-zachtjes, met een even opglinsteren der kleine ogen; Dirk zit met een doggen gezicht. Het derde couplet is begonnen, zwijnt er op los als de andere.

‘...Zouen... we nou maar niet weggaan?5-Georgine zegt het. Méént ze het? Ik weet het niet. Ik voel het niet. Het doorflitst me dat ze het niet

5i

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.