Kamertjeszonde

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1970

Pagina's
392



-‘Bent u in De Slok geweest?’ vraag ik, soezelig.-‘We komen er net vandaan.’-‘Woont u ver hier vandaan ?’-cïn de Albert Cuyp.’ — cBij familie ?’ -cNee bij juffrouw Bok.5-cWas dat die juffrouw van laatst?’-‘Ja.’-‘Hé! Daar is nog een slager open.’-‘Da5s altijd.5-‘0, is dat altijd? Nog nooit opgemerkt.5-‘Ja, die is nog om twee uur open.5-‘Zou die zo laat nog klanten krijgen ?5-‘Dat denk ik wel.5-‘Da5s ook geen leven voor zulleke mense.5-‘Nee, daar zou ik nou niet tegen kunnen.5 -‘Ja, de bakkers die hebben ook geen prettig leven.5-‘Nee, allesbehalve...5 Krankzinnig zijn zulke gesprekken, waarbij je aan andere dingen denkt; ik over de hand op mijn arm, over het zachtzinnig-goede dat over je komt als je een vrouw naast je voelt-zij over weet-ik-wat. Gelukkig komt Karel naar ons toe.

‘Jongens, we gaan niet naar Dirk. Guus heeft een idee. D5r moet zo’n geméne sociëteit in de Pijp zijn. Gaan jullie mee een kijkje nemen ?’-‘Nee, dat wordt mij te laat.’-‘Kom juffrouw.5-‘Nee, ik heb de huissleutel niet.5-‘Dan gaan we 5m effen halen.5-‘Nee, het wordt zo laat!5-‘Toe nou. Als ik het vraag?5-‘Nou dan een uurtje. Maar dan eerst langs de Albert Cuyp.5-‘Waar zit Sjorsjien!5 roept Duif.-‘Die loopt achter met Alfred!5-‘Kom nou, niet achterblijven jullie twee? Geen gehoer hoor!5 -‘Kalmpjes wat, Duif. Niet zulke aardigheden,5 zeg ik gepikeerd.-‘Ben je weer op je teentjes getrapt ? Pas maar op voor 5m Sjorsjien. Al die mense met gladde smoele zijn stiekemerds.5-Georgine laat mijn arm los. gaat inlopen tussen Guus en Duif. Ze snappen en lachen. Ze heeft een mooie prettige, jonge lach.

‘Dag Alf,5 zegt Scherp, die opeens naast me komt.-‘Hé, waar liep jij?’-‘Vlak achter je.5-‘Ik had je niet gezien.5-‘Nee, je leek wél in druk gesprek. D’r is groot nieuws.’-‘Wat dan?’-‘Ik ben weggelopen!’-‘Kom nou.’-‘Op mijn woord.’-‘Wanneer?’ vraag ik danig verbaasd.-‘Gister.’ -‘Waarom ben je dan niet bij me geweest?5-‘Gister heb ik tweemaal, vandaag driemaal gebeld. Je dee niet open.5-‘Ik maak principieel nooit open als er gebeld wordt. Je had tegen de ruit moeten tikken.5-‘Dat wist ik niet.5-‘Waar heb je vannacht dan geslapen?5-‘In het Toevluchtsoord. Ik moet zuinig zijn.5-‘Maar wat is er dan gebeurd?5-‘Dat kan ik je niet in een paar woorden zeggen. Hij heeft me de huissleutel afgenomen! Dat moest er nog bij komen. D5r was een ruzie! Een ruzie! Ik zal je vannacht alles vertellen. Ik moet bij je slapen.5-‘Uitstekend. We zullen loten canapee of bed.5-‘Ik zal de canapee wel nemen.5-‘Dekens zijn er genoeg. Maar lakens. Enfin, we zullen zien.’-‘Zeg er niks van an de anderen, hoor je? Die hebben er niks mee nodig.”

We zijn in de Albert Cuyp. Beneden een tapperij. Boven wonen drie ge

44

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.