Kamertjeszonde

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1970

Pagina's
392



ven maal naar de deur gekeken? Je moest de eer aan jezelf houden. Maar je kon slim zijn. Als je langzaam liep in de Utrechtsestraat, alsof je in niks erg had, moesten ze je inhalen. Dan beleefd groeten, praten met Guus en Duif, geen notitie van haar nemen, om het 5r nog méér te laten voelen. Zo, nou, nóg langzamer. Even schuilen in de donkere portiek van een manufacturenwinkel. Waar bleven ze nou ? De Slok werd toch ook om één uur gesloten. Waren ze daar? Nee, dat waren ze niet. Daar had je ze. Je hoorde de stem van Duif. Nou zachtjes doorlopen aan de andere kant. Nog langzamer. Nou stonden ze weer stil op een hoop. Zeker goeienavond zeggen aan die of die, die heenging. Misschien was zij al weg. Nou haalden ze je in. Wat schreeuwde die Duif weer ongemanierd. Daar had je het. Je hoorde Guus vragen of Spier daar niet liep. ‘Loopt ie daar niet ?5-‘Ja da5s z’n loop !5 - ‘Spier!5 -‘ Alfredje!5 - Ik verwonderd: ‘Hé, zijn jullie daar ? Waar komen jullie vandaan ?5-‘Uit De Slok. Waarom ben je niet met Karel meege-kommen?5-‘Ik had iemand bij me.5-‘Waar heb je gister en eergister gezeten?5-‘Gewerkt.5-Pratend liep ik op met Duif en Guus. Vlak achter me hoorde ik haar met Dirk en Karel. Nou geen notitie van 5r nemen -erg hard spreken met Guus, vooral lachen. Als je vrolijk was, hinderde je nog meer.

‘Alfred! Hallo! Zeg kun je ons geen goeienavond zeggen?5 schreeuwt Karel. Net iets van hem.-‘Bonsoir! Bonsoir!... Goeienavond juffrouw,5 zeg ik koeltjes.

‘Dag meneer.5

‘Waar heb jij gezeten ?5... Daar had je het alweer. Dat was driémaal.

En dan liep je ineens alleen met haar. Ze deden het erom.

‘Wat een lekker weer,5 zegt zij mallig-verlegen.

‘Ja. Zo zacht in de lucht,5 zeg ik, onrustig.

‘Wat lopen er nog een ménse.5 ‘Ja. Het is hier altijd zo druk.5

Afgelopen. Het gesprek stokt. Duif en Guus lachen akelig hard-op.

‘U moet me niet kwalijk nemen.5 ‘O nee. Da5s niks. Ik denk er niet meer aan.5 ‘Ik had me-verslapen.5 ‘Verslapen ?5

‘Ja, ik slaap altijd na het eten.5

Nou jokt ze. Het klopt niet met wat Karel gezegd heeft.

‘Was u niet érg kwaad?5

cNou dat ging nogal,5 glimlach ik.-‘Het spijt me heus.5-‘Mag ik u zover een arm geven?’ -‘Asjeblief.5-Weer stokt het gesprek. Haar gehand-schoende hand rust op mijn arm. Toch gezéllig als je met een vrouw loopt.

43

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.