Kamertjeszonde

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1970

Pagina's
392



het leven opnoemen of je voelt en ziet erin de burgerlijke ondergang, het gedoe van individuen alléén. Ik kan in die benauwenis dus wel wéér iets Anders anarchistisch eens doen, om mezélf tijdelijk te helpen én een <revolutionaire> daad begaan door me schrap te zetten tegen een immoreel contract, dat vastzit aan leugen en zo als Alles aan bezit, maar voor anderen kan ik op dit moment niéts dan wat ik noem <burgerlijke> raadgevingen over hebben. Dat begrijp je niet, wel ? Ik bedoel dat het harmonieuze, eerlijke huwelijk, het huwelijk in onwrikbaar verband mét een eerlijke maatschappij én een eerlijke zedeleer eerst mogelijk zal zijn in een tijd als ze van ónze botjes allang onderbroeksknopen gemaakt zullen hebben. Vraag je me de beste raad vóór anderen, dan zou ik zo zeggen: handel in je huwelijkszaken als anarchist, sluit je voor het óverige aan bij dié socialisten die de beste tactiek volgen. Want die en die alléén gaan af op de kern van dl het rotte. Het feministen-vereniginkje spelen en de rest is smurrie...5

Ik dronk mijn kopje leeg. Het spreekt vanzelf dat ik bovenstaande tirade mét sprak (ik spreek nooit zo schrikkelijk aan-een-stuk wijs), nóch het volgende zó zei. Het verveelt me zelfs enigszins dit onsmakelijk tadbw-gesprek in te lassen. Maar mijn herinneringen zouden onvolledig en het relaas mijner historie onsamenhangend zijn, wilde ik een zo fameus gesprek h la Van Lennep, Potgieter of een dier andere discours-lurkers, couperen. En het hoort er zo bij, niet waar, om bij tijden-in een Dagboek -jezelf voor te stellen als een meneer die het bliksems goed weet en vooral wijze dingen denkt. Dan hérlees je je eigen ik met genoegen, als je later het manuscript opneemt, vindt je jezelf een beid, een lang-niet-mis-se filosoof. Ik ga dus voort in die sympathieke toon van kleintjes-kofïie-drinkende jongelieden, die niets anders dan schóne gezegden formuleren en zó ik strakjes sentimenteel word, is dat voorzeker (voor driekwart) aan een ziekelijke fantasie te wijten, die uit een onnozel koffiehuis-ikje -al schrijvend en literatuur fabriekend-een romanheld met louter ge-voels- en denkpoenighedens distilleert. Ik ben bij lAnge na zo niet. Nee, waarachtig niet.

Scherp had me natuurlijk nadenkend aangekeken, zei na een poos: ‘Duidelijk vind ik je niet. Hóé denk jij over het huwelijk?5-^ denk5-vervolgde ik ‘dat, zoals de zaken nu staan, zoals de boel nu is, dat wil zeggen, precies het omgekeerde van zo als het in Alles behóórde te zijn, ik, als overtuigd socialist, geheel Anarchistisch te werk móét gaan, om niet mee te doen aan het liegen, het bedrog der burgerlijke anarchisten, die het tegenwoordig huwelijk bést vinden. Niemand op deze maatschappelijke mestvaalt heeft het recht mijn huwelijk te sluiten. Wanneer ik zeg: ik

36

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.