Kamertjeszonde

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1970

Pagina's
392



deur van de Bar zit Scherpenzaal. - cNou al grok ?’ vraag ik verwonderd. -‘Het is mijn twééde. Ik drink er nog véél meer. Ik heb weer zo’n goddelijke ruzie gehad! Jij ook grok?’-‘Nee! Laat die zwijnderij maar staan! Je moet niet drinken. Da’s de grootste pest. Johan, breng maar twee kleintjes.’-cIk wil geen koffie!’-cNou en ik wil niet dat je grok blijft hijsen!’-‘Nou dan niks.’-Maar als de koffie en de geslagen room voor hem staan, verandert hij van gedachte. -cKom je van huis?’-‘Nee, van de Slok.y-cWat ben je daar wezen doen?’-‘Afspraakjes met een vrouw wezen missen.’-cMet een vrouw?’-‘Vin je dat zo wonderlijk?’-‘Ik vin jou te ernstig voor gescharrel.’-‘Ik wou d’r ogen nog wel eens zien. Ze heeft ogen, die je doen denken aan een kind.’-‘Waarom trouw je niet, Alfred? Je verdient genoeg. Je kon je thuis zo gezellig maken.’-‘Ik merk wel dat ik óüd word. De mensen beginnen me allemaal goeie raad te geven. Karel straks. Nou jij. Morgen weer een brief van mama!’-‘Nee, maar zónder gekheid!’-‘O, zónder gekheid! O, zónder gekheid! Jij bent jonger dan ik en al hou je er niet van-toch ben je de hele dag in een burgerlijke omgeving met bezopen begrippen. Bij joden is de traditie héél sterk, niet?’-‘Ik weet niet waar je heen wil.’-‘Wat jullie en de hele beschaafde fatsoenlijke, gezeten-wat is er nog meer! Weet je nog méér!-ordelievende-tralala-wereld, huwelijk noemt, noem ik leugen. Dat is geen erg méüwe ontdekking, wat? En nou breek ik liever mijn nek dan dat ik trouw!’-‘Je moet geen eed doen over zulke dingen. Niemand weet wat hij mórgen wil,’ zei Scherp, wijs als een wijze Griek. -‘Onzin! Een móói beginsel is voor je hele leven’-meende ik zéér beginselvast. In een koffiehuis ben je dooreengenomen walgelijk sterk van principes. Ik geloof zelfs zeer pertinent dat vele dezer mét de koffiehuizen staan of vallen.

‘Waarom ben je zo woest tégen het huwelijk?’ vroeg hij weer, koffieslur-pend. We zaten als twee knuffe leutjes~zo helemaal geschikt om te koffiekonkelen. ‘Ik ben niet tegen het huwelijk. Ik ben tegen jullie huwelijk, tegen het maatschappelijk contract zoals bourgeois-heren dat ingepikt hebben,’ zei ik.-‘Wat wou je dan ?’-‘Wat ik wil weet ik zo net niet,’ zei ik vrij verstandig. ‘Voor dnderen zou ik het nu niet onder woorden kunnen brengen. Voor mezelf heb ik het wél overdacht, wéét ik wat ik doen moet.’ De koffie in de Bar is uitmuntend.-‘Dat lijkt me bij eerste horen vreemd,’ opponeerde hij, ‘dis het goed is voor jezelf, waarom deugt het dan niet voor anderen?’-‘Omdat ik de anderen zó weinig ken en ze zó in leugens opgegroeid zijn, dat de méést-natuurlijke dingen niet meer voor ze passen,’ zei ik, ‘daarenboven, beste jongen, leven we in een tijd van allemaal lósstaande mensen. Er is in alles anarchie. Je kunt niets van

35

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.